Bildtse mening
over de Waadhoeke: ‘Zo slecht nog niet’
De Bilkerts waren eeuwenlang gewend om zichzelf op lokaal niveau te besturen, vanuit het gemeentehuis in Sint- Annaparochie. De streek het Bildt en de gemeente het Bildt vielen vrijwel samen. Maar nieuwe opvattingen over gemeentelijke bestuurskracht leidde ertoe dat het Bildt met 10.610 inwoners te klein is geworden om zelfstandig te kunnen voortbestaan. Zij ging daarom per 1 januari 2018 op in de Waadhoeke. Voelen de Bilkerts zich bijna een jaar later inmiddels thuis in het nieuwe gemeente? En zijn de Bilkerts zich langzaam maar zeker Waadhoekers gaan voelen?
Minderheidstaal
Sinds 1 januari 2018 worden de besluiten genomen in Franeker in plaats van Sint- Annaparochie. “Ik had wel willen zien wat een referendum had opgeleverd hier,” zegt Jan Keizer, oprichter van het Bildts Filmhuis. In Sint- Annaparochie, aan de rand van het dorp, woont Keizer. Er hangt een aantal oude kaarten van het Bildt in zijn woning. “Meerdere mensen waren tegen de herindeling, waaronder ik. Er gaat een stukje geschiedenis verloren.”
In 1300 kwamen de eerste mensen op het stukje aangeslibd land wonen. In 1505 werd het gebied ingedijkt door inpolderaars uit de omgeving van Dordrecht. Deze Hollanders bleven in Noordwest-Friesland wonen en kregen steeds meer Friese invloeden mee. Zo ontstond er een nieuwe taal in het gebied; het Bildts. Een mengeling van Nederlands en Fries.
Eén van de bezwaarredenen om in te stemmen met de herindeling van 2018 was die taal. Er heerste angst in het Bildt voor het verliezen van subsidie en er was een sterke afkeer tegen het invoeren van Friese les op scholen in het Bildt. Juist die stellige houding tegenover het Fries gaf een duidelijk signaal af richting het nieuwe gemeentebestuur.
Wethouder in Waadhoeke, Caroliene de Pee, snapte de angst van de Bilkerts richting de herindeling heel goed. “Ze zijn trots op hun land en op hun taal. Dat is ook logisch, dat is van hen. Dat is uniek en eigen, maar dat mogen ze natuurlijk blijven. Het is logisch dat er dingen moeten gaan veranderen en misschien zal het niet helemaal naar hun smaak zijn, maar om iedereen compleet tevreden te stellen is onmogelijk.” Maar om je als inwoner uiteindelijk een Waadhoeker te gaan voelen, lijkt nu nog ver weg.
“Een Bilkert zijn dat zit in je. Dat is een gevoel, dat ben je gewoon,” zegt Sanne Feenstra. Ze heeft een tijdje in Leeuwarden gewoond, maar wil nu weer terug naar het Bildt. “Ik besef nu pas hoe goed ik me voel op het Bildt, dat is mijn thuis.” Zo geldt dat voor meer bewoners van het Bildt. Jan Keizer woonde ook een tijdje in de Friese hoofdstad, maar heeft ook besloten om terug te keren naar het Bildt. “Ja, dat heeft wel te maken met liefde voor het Bildt.”
Drie talen in gemeente Waadhoeke
Jan Keizer
Het Bildts wordt nog door zo’n zesduizend mensen gesproken. Een van hen is Gerard de Jong, hoofdredacteur van de Bildtse Post. Aan de hoofdweg in Sint Annaparochie zit de redactie nog altijd. In hetzelfde gebouw als toen de krant in 1934 werd opgericht. De grote drukpersen zijn inmiddels weg, alleen de verkleuring op de betonnen vloer verraadt nog dat er jarenlang grote drukpersmachines hebben gestaan. “Zonde dat ze weg zijn, maar het werd tijd voor vernieuwing,” zegt De Jong.
Hij heeft de krant overgenomen van zijn opa, die vroeger ook een voorvechter was van de Bildtse taal. Nu doet kleinzoon De Jong dat door de krant in leven te houden, maar ook door in het Bildts te schrijven en te dichten. “Ik had vroeger niet verwacht om hier in dit kantoor terecht te komen. Toen mijn opa overleed kwam er toch een soort verantwoordelijkheidsgevoel over me heen. Ik wilde wel graag dat die krant er de volgende woensdag bij mensen op de deurmat lag.” Nu is de Jong al jaren hoofdredacteur van de Bildtse Post.
Om erachter te komen wat er zo bijzonder is aan de streek het Bildt, hoef je niet lang te zoeken naar iemand die er woont en er over wil vertellen. Het is een eigenzinnig stukje land met bewoners die zichzelf typeren en omschrijven als recht voor zijn raap, nuchter en anders dan Friezen. ‘Wij spreken Bildts’ zullen ze zeggen. En ze zullen stuk voor stuk beamen dat die taal mooier is dan het Fries, want Fries, dat is compleet anders.
Terwijl aan de andere kant van de gemeente, vlakbij Franeker, een lerares Fries woont, die het daar niet mee eens is. “Het is officieel geen echte taal,” zegt Roelie Greidanus glimlachend, “Fries wel.” Twee Friese vlaggetjes wapperen vrolijk in de wind boven een van hout gemaakte kast. Er staan twee potjes jam in, lokale kaas en suikerbrood. Het is het aanzicht van het VVV-kantoor in Achlum, wat Roelie Greidanus in stand houdt.
“Voor de meeste mensen maakt het hier niet zo veel uit dat de gemeente nu een andere vorm heeft. Het dagelijks leven is nog hetzelfde. We doen nog steeds onze boodschappen bij dezelfde supermarkt twee minuten hier vandaan,” aldus Greidanus.
Herindeling bedreiging voor cultuur
“De mensen in het Bildt werden pas wakker toen de dreiging van uitsterven dichtbij was. Ineens werd er actie gevoerd en initiatieven bedacht,” zegt Gerard de Jong. Marcel Booger, hoogleraar innovatie en regionaal bestuur aan de universiteit in Twente beaamt dat. “Mensen willen zich juist meer profileren met hun eigen identiteit wanneer dat bedreigd wordt.”
De Jong zag dit ook heel sterk in het Spaanse San Sebastián, waar hij was om minderheidstalen te promoten. “In Spanje is Madrid natuurlijk de boosdoener en voelen de Basken zich onderdrukt. Zij werden in de tijd van Franco gearresteerd als ze Baskisch wilden spreken. Daardoor is men de taal gaan vastleggen en in het geheim gaan spreken. Er werd juist meer waarde aan gehecht toen de taal dreigde uit te sterven. Zo heftig hebben wij dat natuurlijk niet meegemaakt hier op het Bildt, maar ik zie wel dezelfde reactie. Nu het Fries dreigde het Bildts over te nemen begon iedereen hier zich er druk om te maken.”
“Toch verandert er vaak niet zo veel,” zegt Marcel Booger. “De eigen leefomgeving, cultuur en identiteit zit in de voetbalclub, het dorpshuis of met elkaar een eigen taal spreken als je iemand tegen komt. Identiteit zit niet in het gemeentehuis of de grenzen die een gebied aangeven.”
“De herindeling het gyn negatieve infloed op de Bildtse taal en kultuur had,” zegt Leendert Ferwerda. Hij is fractievoorzitter van de FNP en is positief over het beleid in Waadhoeke. “We zijn nog steeds goed vertegenwoordigd binnen de gemeente, we laten wel van ons horen.” De gebiedsnaam Het Bildt is nog officieel vastgelegd in 2017 met een raadsbesluit.”
Niet alleen daarom is Ferwerda gelukkig met de nieuwe samenwerking. “De nieuwe gemeente heeft een meertalenbeleid (Nederlands, Fries, Bildts en Franekers.) De provincie heeft een bestuurlijke overeenkomst met de gemeente voor het Fries en het Bildts. Bilkerts ervaren dat als een positieve ontwikkeling. Opmerkelijk is natuurlijk dat na de herindeling het Bildts buiten het Bildt veel meer in de belangstelling is komen te staan.”
Om er zeker van te zijn dat mensen weten wanneer ze in het Bildt zijn, hebben de Bilkerts palen met het wapen van de streek neergezet. Daar waar vroeger de gemeentegrenzen hebben gelopen, staan nu palen. Daarop het wapen van het Bildt bevestigd. Drie gele zeehoorns met een gouden kroon erboven. ”Het was het idee van historicus Aldert Cuperus,” vertelt Jan Keizer. “Vroeger stonden er ook van die palen en het was wel mooi om die palen neer te zetten om de streek te markeren.”
“Ik vind het wel leuk dat ze die palen hebben neergezet,” zegt Roelie Greidanus, de lerares Fries die in Achlum woont. “Nu rijd je het Bildt binnen. Ja, dat is toch leuk. Ik vind het een verrijking, al die talen en identiteiten bij elkaar. Drie verschillende talen in één gemeente, Nederlands, Fries en het Bildts. Iedereen kan zichzelf blijven en gewoon naast elkaar blijven wonen, dat is niet anders nu we ineens één gemeente zijn.”
De eindeloze afstand
Het mooiste plekje van Waadhoeke vindt wethouder Caroline de Pee de zeedijk. Zelf woont ze in Franeker. De wethouder twijfelt geen moment over haar antwoord. De Pee heeft sport in haar portefeuille en neemt dan ook regelmatig haar mountainbike mee voor een ritje over de zeedijk. “Die dijk is eindeloos en je kan daar fantastisch fietsen.” Haar ogen lichten op bij het vertellen over haar fietsroute. “Het lijkt wel alsof de afstand minder groot is geworden door de nieuwe indeling. Als ik vroeger over de dijk fietste dan dacht ik wel eens ‘Oh ik ben nu bijna in het Bildt, wat een end weg!’ Nu hoort het gewoon bij de gemeente en is het alsof de afstand minder groot is geworden.”
De zeedijk
Bewoners vreesden juist voor die grote afstand. Omdat ze met een grotere gemeente niet meer zo makkelijk een wethouder even aan het jasje konden trekken. Nu moeten bewoners helemaal naar het gemeentehuis in Franeker. Of een afspraak maken en formulieren invullen via internet. De angst ontstond dat kleine dorpen vergeten zouden worden binnen zo’n grote gemeente. De Pee laat weten dat de gemeente juist dat gevoel wil voorkomen.
Van Sint- Annaparochie naar het gemeentehuis in Franeker is zo’n zeventien kilometer. Niet heel ver, maar wel als je al wat ouder bent en met het openbaar vervoer moet. Eerst de bus naar Leeuwarden, dan een bus naar Franeker en dan nog naar de rand van de stad lopen. ”Zo’n reis is niet leuk als je bijna tachtig bent, zoals ik. Gelukkig wil Mariska overal wel met me mee naartoe,” zegt Wim Koopmans. Mariska Bijl lacht, “Gelukkig komt er een ambtenaar bij iemand thuis als het niet anders kan. Die optie is er ook.”
Koopmans en Bijl zitten beide in dorpsbelangen van Sint- Annaparochie. “Veel mensen waren bang dat we aan het voeteneinde zouden komen te zitten,” zegt Koopmans. “Wij ook hoor, maar het is enorm meegevallen. Het werkt eigenlijk heel prettig met Waadhoeke en dat hadden we eerlijk gezegd niet verwacht.”
“We werken met dorpscoördinatoren.” Zegt De Pee. “We hebben hier vier wethouders die allemaal weer in contact staan met de dorpscoördinatoren. Dorpsbewoners kunnen dan makkelijk naar hen toe als ze problemen hebben en zo proberen we de afstand tussen inwoners en de gemeente zo klein mogelijk te houden.”
Met een coördinator werken leek in eerste instantie niet heel veel op te schieten, maar volgens het dorpsbelang pakt het redelijk goed uit. “We werken veel met ze samen, het zijn dan weer verschillende mensen voor verschillende zaken,’’ zegt Koopmans. Bijl voegt daaraan toe: “Als je eenmaal de juiste personen kent en die kunt inzetten waar je ze nodig hebt, dan gaat de samenwerking heel snel.”
Grofweg een jaar na de herindeling moet ook Jan Keizer toegeven dat er veel goede dingen richting het Bildt zijn gekomen. “We hebben veel aandacht gekregen, ook door de media. We zijn niet vergeten en dat was toch wel iets waar veel van de Bilkerts over inzaten.” Toch is hij enigszins sceptisch over de toekomst. “We zitten nog steeds in het overgangsjaar. We moeten nog zien hoe dat in 2019 gaat uitpakken.”