top of page
Schermafbeelding 2019-02-01 om 18.13.24.

Opgeheven gemeente Boarnsterhim was nooit een eenheid 

De voormalige gemeente Boarnsterhim is het bewijs dat je niet zomaar wat gemeenten op een hoop kunt gooien tijdens een gemeentelijke herindeling. De Friese ‘overblijfgemeente’ Boarnsterhim begon al niet goed aan de start in 1984. Het rijk besloot dat drie kleine gemeenten in centraal Friesland moesten fuseren om ze bestuurlijk beter te laten functioneren.

In het midden van Friesland, net iets onder Leeuwarden ligt een stuk land. Ook wel ‘It Lege Midden’ genoemd. Bij de herindeling van 1984 kwamen de grenzen zo te liggen dat de drie gemeenten Utingeradeel, Idaaderadeel en Rauwerderhem samen de gemeente Boarnsterhim vormden.

De drie gemeenten

De gemeentegrenzen werden door het Rijk op de schop gegooid per 1 januari 1984. Het aantal gemeenten werd in Friesland van 44 naar 31 teruggebracht. Het Rijk wilde de kleine gemeenten opheffen en ze bestuurlijk beter laten functioneren. De drie ‘overblijfgemeenten’ voelden niet zo veel voor elkaar. De ligging was het enige criterium voor samengaan, maar meer dan geografische gemak was er niet. Idaarderadeel wilde liever bij Leeuwarden horen vanwege de ligging en het handelsgemak. Rauwerderhem was meer op Sneek georiënteerd en Utingeradeel wilde liever bij Heerenveen horen, wat voor hen dichterbij was. De drie voormalige gemeenten, met allen hun eigen voorkeuren moesten samen verder onder de naam Boarnsterhim. Geen van hen kwam terecht bij de gemeente van hun voorkeur.

 

Al vanaf de middeleeuwen van Utingeradeel een zelfstandig stukje grond met eigen bestuurskracht. Het water is altijd een belangrijk element geweest voor deze gemeente. Langs de rivier de Boorne vormde zich een vruchtbare strook zeeklei, waarop bijvoorbeeld later woonheuvels werden opgeworpen. Het water was geen enorme bron van inkomsten en het gebied werd ook af en toe geteisterd door overstromingen.

 

Utingeradeel leefde dan ook van de veeteelt. Voornamelijk de zuivelproducten werden verkocht en per schip naar Harlingen gestuurd, of met de trein richting Zwolle. Ondanks alle bedrijvigheid, kwam de kleine gemeente niet meer uit de financiële problemen na de oorlog en plaatsten de Gedeputeerde Staten Utingeradeel bij haar twee buurtgemeenten. Het opgeven van hun zelfstandigheid was allerminst zelfsprekend voor Utingeradeel en haar bewoners. Ook het gemeentebestuur zag een samenwerking niet zitten, maar kan niks doen tegen de opgelegde fusie.

 

De gemeente Rauwerderhem was voornamelijk bezig met veeteelt. Zij profiteerden van de boter- en kaasproductie, die de bewoners welvaart bracht. De landbouwcrisis maakte daar een eind aan en het was voor de kleine gemeente steeds moeilijker om zichzelf te blijven redden. Ook bestuurlijk moesten al te vaak de krachten worden gebundeld met buurgemeenten om daadwerkelijk iets voor elkaar te krijgen. Op de vraag of Rauwerderhem en haar inwoners een herindeling wouden antwoorde ruim tachtig procent dat ze tegen een fusie waren, maar ook zij ontkwamen er niet aan.

 

Idaarderadeel bestond ook voornamelijk uit lage wei- en hooilanden, welke geschikt waren voor de productie van boter en kaas. Ook was deze gemeente zeer rijk aan water en visrijke meertjes. Het water was continue in beweging. De inwoners gebruikten het, maar moesten ook tegen overstromingen vechten. Die overstromingen werden cruciaal toen de Middelzee zich voorgoed terugtrok en er een dikke laag zeeklei achterbleef op het land.

 

Ook de veengrond verderop in het gebied bood kansen. Het winnen van turf en het uitgraven van veenderijen gaf weer een nieuwe economische boost aan de gemeente. Mede daardoor ontstonden er nieuwe visgronden voor plaatselijke vissers, waar veel mensen weer van konden leven.

 

De expansieve groei bij de Halbertsma zuivelfabriek was zo groot dat er te weinig werknemers waren. Ze moesten van de buurgemeenten aangetrokken worden om daar te gaan werken. Aanvankelijk was Idaarderadeel wel voor de herindeling met de andere gemeenten, zodat het financieel voordelen opleveren en ze hebben in 1984 ook hun wens gekregen. Niet wetende dat het met grote financiële problemen gepaard zou gaan.

Gekibbel in het college

Maria Del Grosso schreef als journalist voor de Leeuwarder Courant jaren over deze gemeente. “Het was wel prima voor de bewoners. Je had niet echt het idee dat je bij de gemeente hoorde. Je was gewoon Grouwster of Akkrumer, maar geen Boarnsterhimmer. Er heerst ook altijd al een beetje een strijd tussen Grouw en de rest van de plaatsen. Del Grosso maakte als journalist de herindeling mee en schreef eerst over problemen in deze gemeente.

 

“De problemen bestonden al bij de oprichting. Het waren drie verschillende gemeentes die werden samengevoegd. Niemand kende elkaar in het bestuur en ineens moesten ze vanaf 1 januari samenwerken. Als inwoner sta je daar niet zo bij stil en heb je dat niet door. Voor jezelf verandert er niet zo veel. Maar in de gemeente was het kinderlijk. ‘Wie ben jij? En wie ben jij dan?’ In het bestuur hadden ze het idee dat ander alleen maar aan hun eigen oude gemeente zouden denken, dus deden ze dat zelf ook.”

 

Van tevoren wisten ze niet dat juist dát hen de das om zou doen. De drie gemeenteraden die een bestuur moesten vormen, gingen in elk gemeentelijk besluit voor eigen succes en het beschermen van eigen belangen. Zo werd het bestuur het nooit een met elkaar en liep het achterstallig onderhoud van de gemeente alleen maar op.

 

Interimburgemeester Ton Baas snapt niet hoe het zo ver heeft kunnen komen. Hij lijkt dan ook de enige te zijn die de opsplitsing van de gemeente jammer vindt. “Het tragische is dat het gaat om een schitterende gemeente in een prachtig gebied,” laat hij aan de Leeuwarder Courant weten.

 

In de dertig jaar dat Boarnsterhim heeft bestaan, werden beslissingen over achterstallig onderhoud, vernieuwingen en het opfleuren van de dorpen bijna niet gemaakt. “Omdat ze het niet eens konden worden met elkaar,” zegt Del Grosso. “Alles ging ook mis in die tijd, ze hebben het niet makkelijk gehad. Ik schreef op een gegeven moment bijna alleen maar negatief over de gemeente, dat is natuurlijk ook niet leuk, maar ze maakte zelf de verkeerde keuzes.”

 

De bestuurlijke chaos hield al die dertig jaar aan, met als hoogtepunt het vallen van het voltallige college na weer een financiële tegenvaller. Het college had beloofd om de zaken op orde te stellen, maar weer een fout kostte de gemeente miljoenen euro’s. Drie wethouders, Daan van der Meulen, Anne Jochem de Vries en Mieke Minkes ruimden het veld samen met burgemeester Ella Schadd de Boer. Waarna Ton Baas met zijn zakencollege kon aantreden om de gemeente zonder grote schulden naar de herindelingsdatum te loodsen.

 

Burgers begonnen zelf gemeentelijke klussen op te lossen omdat het bestuur er niet uitkwam. Lokale leveranciers kwamen met de benodigde materialen voor bijvoorbeeld bruggen in Grouw. Ondanks dat er lokale projecten werden opgezet, vonden de inwoners nooit echt een gemeentelijk gevoel van saamhorigheid buiten het eigen dorp.

 

Dat weet ook Aukje Rauwerda uit Aldeboarn, ze zette zich als vrijwilligster in om de dorpen op te fleuren. “We hebben geprobeerd om de boel wat leuker te maken. Met plantenbakken langs de weg of bloemetjes bij de lantaarnpalen. Veel was het niet, maar het stond toch wel leuk. Je moet soms toch iets doen, maar bloemetjes bij een kapotte lantaarnpaal was natuurlijk ook geen gezicht.”

bottom of page